Als mijn moeder op bezoek komt, dan is het altijd lachen geblazen. Mijn God wat doet dat deugd... Bovendien begint ze spontaan overal te kuisen, wat altijd meegenomen is. Voor haar ben ik de mooiste en de liefste van de hele wereld. Ze gelooft in mij en staat mij altijd bij, in goede tijden juicht ze mee en op slechte momenten staat ze me bij. De uren vliegen jammer genoeg voorbij als zij er is, we komen steeds weer tijd te kort, maar ik geniet van iedere minuut. Benieuwd waar ik dan zo om lachen moet?

Ik blijf altijd het kind van mijn moeder en zo voel ik me ook. Dus als ik iets gemaakt heb, moet ze van mij komen kijken of wil ik haar trots tonen wat ik gedaan heb.

"Kijk eens mama, ik heb allemaal nieuwe bloemen in mijn tuin. Kom eens mee kijken. Ik heb hier een nieuw hoekje aangeplant. Dit is een Vlinderstruik, een Azalea, een Hortensia, nog een Azalea en daar staat nog een Sering.", zeg ik terwijl ik alles demonstratief aanwijs.

Waarop mijn moeder naar de grond wijst en zegt: "En dit is brandnetel." :-)

Ze heeft zelf ook een bloemetje voor mij meegebracht om te planten, want ze wist al dat ik bezig was iets nieuws in de tuin te maken. Dus ik begin een putje te graven in de grond en kom plots een bot tegen.

"Dat is van de hond", zeg ik tegen mijn moeder.

"Oei!...", antwoordt mijn moeder.

Nog op mijn hurken zittend kijk ik op en zie haar verschrikte gezicht.

"Nee, nee, zo bedoel ik het niet. Het is geen bot van de hond, maar een botje waar de honden op geknabbeld hebben, een mergpijpje, ze zijn dat hier komen begraven."

"Oooooo, gelukkig maar", antwoordt ze opgelucht.

Comment